Ah, de kunst van het onderhandelen! Niet iedereen is er even bedreven in. Toch zul je je beste onderhandelingsskills moeten bovenhalen om die ene droomwoning definitief de jouwe te maken. Een bod uitbrengen op een huis: dat pak je zo aan.
Hoeveel geld staat er op je spaarrekening? Is het voldoende om een deel te investeren in je eigen woning? Of heb je een hypothecaire lening nodig en zo ja, welk bedrag wil en kun je in dat geval maandelijkse afbetalen aan de bank? Leg, nog voor je aan de onderhandelingen begint, voor jezelf vast hoeveel je precies wil bieden. Zo kom je minder snel in de verleiding om een hoger bedrag te bieden dan je concurrent (omdat je het huis nu eenmaal zó graag wil kopen), terwijl je je dat eigenlijk niet kunt veroorloven.
Bouw altijd een marge in bij je allereerste bod. Bied onder de prijs die je effectief wil betalen, zodat er ruimte is voor onderhandeling. Vanaf hier begint het onderhandelingsspel pas écht. Het is nu aan de verkoper om een tegenbod op tafel te leggen.
Heeft de verkoper (of makelaar) een tegenbod gedaan? Ga er dan niet al te gretig op in – ook niet wanneer dat tegenbod helemaal binnen jouw budget past en je veel zin hebt om er helemaal voor te gaan. Waarom je dit maar beter enkele dagen laat bezinken? Twee goeie redenen:
Ben je klaar om een definitief bod te doen? Zet dat dan zeker op papier. Zo creëer je duidelijkheid voor alle partijen en vermijd je misverstanden. Weet wel dat je niet meer terug kunt krabbelen zodra het zwart op wit staat …