Je woning renoveren: het is tegenwoordig meer regel dan uitzondering. We kopen vaker oudere huizen om te renoveren dan een bouwgrond om een nieuwe woning op te zetten. Maar renovatie kost ook geld, en je wil er doorgaans liever niet je spaargeld voor aanspreken. De oplossing? Flexibel lenen. Van verbouwingslening tot ecokrediet: de mogelijkheden op een rijtje.
Meestal is de situatie als volgt. Je hebt een huis gekocht waar nog wat werk aan is. Om die aankoop te financieren, heb je een hypothecaire lening afgesloten bij de bank. Maar dan moet het échte werk nog beginnen: de verbouwingen. En daar wringt het schoentje vaak, want bij renovatiewerken komen meer dan eens onverwachte kosten kijken. Je breekt de badkamer uit en komt vervolgens tot de ontdekking dat ook de leidingen aan vernieuwing toe zijn, of je merkt dat de zolder toch niet zo goed geïsoleerd is als je dacht … Dat is een probleem, want het spaargeld is op – of je wil het liever niet besteden aan verbouwingswerken.
Het is logisch dat je een spaarpotje opzij wil houden voor noodgevallen. Daarom is flexibel lenen een handige manier om je renovatiewerken te financieren: een verbouwings- of renovatielening vergt minder administratieve poespas dan een hypothecaire lening (je hoeft bijvoorbeeld niet langs te gaan bij de notaris), er komen weinig tot geen dossierkosten aan te pas, en in bepaalde gevallen is het nog fiscaal voordelig ook.
Voor energiebesparende werken (dakisolatie of installatie van zonnepanelen, een warmtepomp, thermostatische kranen, …) aan je woning kun je een nóg specifiekere soort lening aangaan. Voor een groene lening of een ecokrediet gelden dezelfde voorwaarden als voor een renovatielening: ook hier komt geen notaris aan te pas en is je geld snel beschikbaar.
Let wel: elke bank legt andere terugbetalingstermijnen en interesttarieven vast. Informeer en vergelijk goed vooraleer je ergens je handtekening onder zet!